2022 - Micha - Studie 5: Micha 1A

donderdag 13 juni

Tweegesprek tussen Gert van de Weerd en Henk Schouten

De Profeet Micha

 

Teksten op: www.bijbelverklaring.com en Family7

Bijbelvertaling uit: Weerd, De Profeet Micha

Aflevering 5: Micha 1A

Persoon en Tijdstip

De profeet Micha profeteerde gedurende de regeringen van Jotham, Achaz en Hizkia, koningen van Juda. Deze regeerden in de periode van 758/57 tot 697/96 voor Christus. Tijdens de goddeloze regering van koning Achaz was Juda ramp op ramp overkomen en ingekrompen tot een onbeduidend land met weinig macht. Onder koning Hizkia herstelde het land zich enigszins, maar dat was maar tijdelijk.

 

Micha betekent: Wie is als God? Hij kwam van het platteland, uit het dorp Moresjet dat op de grens van Juda, ten zuidoosten van Jeruzalem, dicht bij de Filistijnse stad Gath lag. Micha was een tijdgenoot van de profeet Jesaja en deelde zijn verwachting van een Messiaans vrederijk. Zijn geschrift was tevens bekend aan de profeet Jeremia, zoals blijkt uit hoofdstuk 26:18 van het gelijknamige boek.

 

Micha was profeet van beroep, wat hem gezag gaf. In contrast daarmee noemen we Amos die schaapherder was. De profeet Micha heeft waarschijnlijk lange tijd aan het hof van koning Hizkia gediend. De invloed van Micha veranderde het hart van koning Hizkia en lag aan de basis van een algemene opwekking in Juda die helaas onder koning Manasse weer tenietgedaan werd.

 

Micha, de Exegese

Het boek Micha vangt aan met krachtige en grootse profetische taal. Daarin spreekt de profeet over de verschrikkelijke oordelen van God die, mede gezien de zeer gedetailleerde informatie die ook de andere hoofdstukken geven, slechts in de Eindtijd in vervulling kunnen gaan. Om dat goed zichtbaar te maken besteden we extra aandacht aan Micha 1 die we in twee studies behandelen: Micha 1A en 1B.

 

In de afgelopen 50 jaar zijn allerlei details van het boek Micha aan het licht gekomen. Toenemende kennis van het Hebreeuws en meer zekerheid welke de meest zuivere grondtekst is, hebben dat bewerkt. Is dat toeval? – Beslist niet! Dit gebeurt omdat God het zo wil en Hij de Heilige Geest zendt om die details te laten ontsluieren. Die details geven de profetie in toenemende mate een ‘Eindtijdbetekenis’. Op zich is dat geen nieuw fenomeen. Zelfs de oude rabbi’s leerden al dat God onderscheidend omgaat met elk tijdperk. Zo werd onder leiding van de Heilige Geest aan Luther en Calvijn geopenbaard dat een mens alleen uit genade zalig kan worden – dat was de rooms-katholieke kerk vergeten. In onze tijd richt de Heilige Geest de focus op de Eindtijd die wellicht nabij is. In de oude tijd had men dat inzicht niet – de ‘Eindtijdvariant’ was dus bedekt en daarom zal men de profetie toen op de eigen tijd toegepast hebben.

 

De profetie van Micha wordt zeer uiteenlopend verklaard. Zo zijn er veel theologen die hierin uitsluitend profetie voor de tijd van Micha en een beperkte periode daarna lezen. Anderen stellen terecht vast dat dit standpunt niet hard te maken is. Want die (zogenaamde) historische gebeurtenissen (waar Micha volgens hen over spreekt) sluiten niet aan op de geschiedenis van die tijd – je moet het er geforceerd inleggen. Nu zou je verwachten dat theologen daaruit de conclusie trekken dat Micha niet over de oude tijd profeteert, maar over de Eindtijd. Gezien de inhoud van de grondtekst blijft dat namelijk als enig alternatief over.

Maar voorgaande logische (!) conclusie wordt slechts door een minderheid van de theologen gedeeld. Voor de meesten geldt dat bijna elke optie als mogelijkheid het overwegen waard is, behalve de optie die Eindtijdprofetie veronderstelt. Want profetie over de Eindtijd is ‘schouwen in de Raad Gods’. Dat is bovennatuurlijk – dus een wonder – en daar geloven de meeste theologen niet meer in.

 

Eindtijdprofetie

Indien we onderkennen dat Micha primair over de Eindtijd spreekt, dan blijkt elk hoofdstuk of perikoop van het boek Micha perfect in een logisch systeem te passen. De vraagtekens verdwijnen en een indruk- wekkend silhouet van de Raad Gods wordt zichtbaar. In die context toont het boek een harmonische eenheid met de andere profetenboeken én met Openbaring (ook een profetenboek). Tegen het ‘schema’ van de Eindtijd gehouden, blijkt de profeet zich slechts enkele malen te bedienen van vage bewoordingen maar verder klare taal te spreken. Wel dienen we dan de Hebreeuwse grondtekst trouw te volgen.

 

Is die logica een toevalstreffer?... Neen hard bewijs! Want puzzelstukjes vallen niet vanzelf op de goede

plaats, ze moeten eens op de juiste plaats gelegd zijn. En de enige die dat kan is de Hoogheilige God.

_________________________________________________________________________________________________________________________________________

 

Micha 1:1-2

v1 Het Woord des HEREN. Het kwam tot Micha, de Morastiet, gedurende de dagen van Jotham, Achaz

en Jehizkia, koningen van Juda. Dit schouwde hij aangaande Samaria en Jeruzalem.

v2 Hoor! gij volkeren, ieder daarvan. Maakt uzelf opmerkzaam gij land en al haar bewoners: omdat Hij soeverein zal worden. God ten getuige tegen u, de Heerser, voortkomende uit Zijn heilig paleis.

Micha vertolkt het Woord des HEREN – woorden door God Zelf gegeven. Zo roept hij de hoogste vorm van gezag over dit boek af. Met die omschrijving wordt dit Bijbelboek een veel heiliger aanzien gegeven dan bijvoorbeeld Koningen, Spreuken of Ester, want daar spreken mensen. Hier spreekt God zelf!

 

v1b Samaria en Jeruzalem waren hoofdsteden van het noordelijke en het zuidelijke rijk ten tijde van Micha en wijst op het gehele land Kanaän dat we heden Israël noemen. Die aanduiding geldt ook in de Eindtijd.

De uitdrukking Hoor! gij volkeren ziet op alle volken van de wereld, zoals ook nog eens blijkt uit ieder daarvan (Hebreeuws: kullām). De enige gebeurtenis waar alle volken van de wereld bij betrokken worden is de Eindtijd, als de oordelen van God over de aarde gaan.

 

v2a De tweede oproep is gericht tot gij land en al haar bewoners. Daarmee wordt geduid op de inwoners van Kanaän in de Eindtijd.

 

v2b omdat Hij soeverein zal worden: Kernvraag is, wie is Hij? Velen kiezen voor God en laten het woord soeverein (of: Heerser) weg. Daar gaan we niet in mee. Indien God zelf bedoeld zou zijn, dan had er gestaan: omdat God soeverein zal worden, maar er staat Hij. Een Hij die soeverein zal worden, ziet in de context duidelijk op de troonsaanvaarding van Jezus Christus die koning (soeverein) over de gehele wereld wordt en waarmee het Messiaanse Rijk een feit zal worden. Dan zal de wereld verlost zijn van oorlogen en slechts één koning kennen: Jezus Christus die uit naam van zijn Vader de aarde zal regeren. Hier openbaart God zich als rechtmatig heerser van de aarde en Jezus wordt Zijn Koning. Dat is nieuw, want heden is Satan de ‘overste van deze wereld’ (Johannes 12:31; 16:11; 14:30). Dat mandaat – een soort stadhouderschap – wordt Satan in de Eindtijd afgenomen en dat is mede de kern van de profetie van Micha.

 

v2c God ten getuige tegen u, de Heerser, voortkomende uit Zijn heilige paleis.

De Almachtige wordt hier beschreven als getuige. Dat is een benaming die past bij een rechtszaak en dat klopt precies, want die vinden we beschreven in Micha 6. Maar, naast getuige, blijkt God ook aanklager en rechter. Die autoriteit blijkt uit de term Heerser. Die omschrijft God in zijn almacht. En tenslotte wordt gezegd, waar Hij vandaan komt. Uit Zijn heilige paleis – de hoge hemel waar God woont – en dat moet nog gebeuren. Hier wordt dus gesproken over de Eindtijd. Dan zal God ten oordeel afdalen uit de hemel naar de aarde, zoals ook uit vers 3 en 4 blijkt. Jesaja 26:21 spreekt daarover – we geven de grondtekst 1):

Want zie, Jahweh verlaat zijn standplaats om het kwaad van de bevolking van de aarde aan hen te vergelden. Dan zal de aarde haar bloedvergieten onthullen en zij zal niet langer haar doden bedekt houden. En Jesaja 40:10 (NBG):

Zie, de Here HERE zal komen met kracht en zijn arm zal heerschappij oefenen; zie, zijn loon is bij Hem en zijn vergelding 2) gaat voor Hem uit. (2) De oordelen van de Eindtijd)

  1. Een uitgebreide Schriftuurlijke onderbouwing in: Weerd, Jesaja 1, pagina 758-759)

 

Micha 1:3-4

V3 Voorwaar ik zeg u: Ziet! de HERE trekt op uit zijn woonplaats (de Hemel). Ja, Hij zal nederdalen en de hoogten der aarde vertreden (verwoesten).

V4 Dan zullen de bergen onder Hem versmelten en de dalen uiteen splijten, zoals was voor het vuur, als watermassa’s die neerstorten op een helling.

Het zal duidelijk zijn dat dit vers alleen in de Eindtijd is te plaatsen als de Almachtige afdaalt om de aarde te oordelen. Dit afdalen ten oordeel is nieuw in de geschiedenis. Het heeft nooit eerder plaatsgevonden, dus moet het nog gebeuren. Vers 3 spreekt van een periode aan het einde van de Grote Verdrukking. Die periode begint als God de oordelen over de mensheid afroept, zoals die in de Openbaring beschreven staan.

De hoogten der aarde zijn heidense offerhoogten die gewoonlijk op de toppen van heuvels en bergen lagen. Alle uiterlijke vormen van afgodendienst zullen vernietigd worden.

 

De komst van de almachtige God in zijn grote toorn, blijkt tot enorme verwoestingen op aarde te leiden,

zoals Micha 1:4 zo duidelijk schetst. Openbaring spreekt er vaak over maar en ook Jesaja 2:19 (NBG):

Dan kruipt men in de spelonken der rotsen en in de holen van de grond voor de verschrikking des

HEREN en voor de luister zijner majesteit, wanneer Hij opstaat om de aarde te verschrikken.

En Jesaja 5:25 (NBG): Daarom is de toorn des HEREN tegen zijn volk ontbrand en heeft Hij zijn hand

daartegen uitgestrekt en slaat Hij het, zodat de bergen beven en de lijken midden op de straten liggen als vuilnis. Ondanks dit alles keert zijn toorn zich niet af en blijft zijn hand uitgestrekt.

Jesaja 13:12-13 (NBG): Ik zal de stervelingen (de gehele mensheid dus) zeldzamer maken dan gelouterd

goud en de mensen dan fijn goud van Ofir. Daarom zal Ik de hemel doen wankelen en de aarde zal bevend van haar plaats wijken door de verbolgenheid van de HERE der heerscharen, ten dage van zijn brandende toorn (= de Grote Verdrukking).

Joël 3:16 En de HERE brult uit Sion en verheft zijn stem uit Jeruzalem, zodat de hemel en aarde beven.

Zefanja 3:8 Want mijn vonnis is, volken te vergaderen, koninkrijken te verzamelen, over hen mijn

gramschap uit te gieten, heel mijn brandende toorn.

 

Micha 1:5

v5 Vanwege de opstandigheid van Jakob zal dit alles gebeuren en vanwege de zonden van het huis Israëls. Welke is de opstandigheid van Jakob? Is dat niet Samaria? En wat aangaande de hoogten van Juda? Is dat niet Jeruzalem?

De profetie ziet aanvankelijk terug naar de oude tijd. Jakob is de naam van de aartsvader in die periode van zijn leven dat hij list op list toepaste om zijn eigen belang te dienen. Later veranderde hij en kreeg de naam Israël (Genesis 32:28) – dat wijst op een gelouterde Jakob die God alle eer geeft. En mede daarom staat de naam Israël in wezen ook voor het ware Israël, zoals God dat bedoeld heeft.

De opstandigheid van Jakob is de splitsing van Israël in twee staten, zoals die na de dood van koning Salomo plaatsvond. Die splitsing wordt getypeerd in Samaria, de stad die eigenlijk niet mocht bestaan en op de verregaande afgodendienst van Juda onder Koning Achaz en Manasse (de hoogten van Juda). Daarmee geeft God nog eens de oorzaak aan die tot de breuk in het Sinaïtische Verbond leidde.

 

Een belangrijke vraag is, waar dit alles op ziet. Veel exegeten verwijzen dan naar vers 2-4, maar dat lijkt zeer onwaarschijnlijk. Die verzen dienen namelijk als tijdsbepaling en hebben een algemene strekking. Veel logischer is het dat Micha hier over de lotgevallen het volk Israël spreekt, dus heel de periode vanaf de oude tijd tot aan de Eindtijd. Want de zonden van het huis van Israël – ook die van de afwijzing van Jezus Christus – hebben hun fatale uitwerking tot op de huidige dag en dat beeld zet zich door tot in de Eindtijd als de staat Israël een verbond met de Antichrist aangaat (Daniël 9:27 – waar ook Jezus over spreekt, namelijk in Mattheüs 24:15). Ook hier geven we een directe vertaling uit de grondtekst, want de meeste vertalingen zijn nogal slordig – Daniël 9:27*

Naar het einde toe, zo is het beschikt, zal er een verwoestende oorlog zijn. Dan zal hij een verbond, voor één week, met de meerderheid (van Israël) bevestigen. Maar in het midden van de week zal hij (de Antichrist) een einde maken aan het brengen van slachtoffers en kleine offers. En op een pinakel (van de tempel) zal een afschuwelijks iets zijn (afgodsbeeld – Openbaring 13:11-18) dat verwoesting veroorzaakt. Op het Einde zal - gelijk vast besloten is - het uitgestort worden op het gene verwoest is.

* Uit: Weerd, De Profeet Daniël, deel 2, waar de grondtekst uitgebreid verantwoord wordt.

 

Het zal nu duidelijk zijn dat de profetie van Micha veel verder ziet, tot in de Eindtijd. Dat is het moment, waarop de Antichrist een gruwel der verwoesting (of: afschuwelijk iets) in de tempel zal oprichten (Mattheüs 24:15). De afgoderij onder koning Achaz en Manasse is daar slechts een voorvervulling van. Dit standpunt wordt bevestigd in Micha 6:9-12, want die spreekt van een stad die zo verdorven is, dat zelfs het gebruik van haar naam (Jeruzalem = stad van De God) wordt vermeden. Op dat moment in de toekomst is het dan ook de stad waar de Antichrist regeert en de Valse Profeet Gods Naam ontheiligd.

 

Micha 1:6-7

v6 Daarom zal Ik bewerken dat Samaria tot een berg steengruis zal worden, tot een oord, waar wijn- gaarden geplant worden. En Ik zal haar stenen in het dal storten en haar funderingen bloot leggen.

v7 Dan zullen al haar afgoden stukgeslagen worden, ja al haar tempelgeschenken zullen met vuur worden verbrand. Ook zal Ik iedere afbeelding van haar doen vernietigen. Uit het loon van hen, die hoereren is het bijeengebracht, zo zal het tot hoerenloon wederkeren.

Vers 6 wordt door theologen algemeen als vervuld beschouwd. De vernietiging van Israël door Assyrië werd namelijk bezegeld door de val van de hoofdstad Samaria in 722 v. Chr. Zoeken we verder in de geschiedenis, dan komen we bij 107 v.Chr. Toen werd Samaria door Johannes Hyrcanus verwoest.

 

Een belangrijke vraag is, wie of wat wordt bedoeld met haar (afgoden) – 1. De tekst suggereert dat de

afgoden aan iemand toebehoren, een stad of persoon. Een andere mogelijkheid is, dat de afgoden kopieën zijn en het woord haar op het origineel ziet dat in de voorhof van de tempel zal staan.

Het is te eenvoudig om voor haar Samaria of het tienstammenrijk Israël in te vullen, zoals veel exegeten doen, want dan is de profetie zonder zin. De deportatie van Israël door Assyrië had namelijk beslist niet tot gevolg dat alle afgodendienst werd uitgeroeid. Het tegendeel was eerder het geval, want in de landen die de Assyriërs veroverden, werd ook hun heidense godsdienst geïntroduceerd. We kunnen het woordje haar ook niet betrekken op het Tweestammenrijk Juda waar, in een beperkte periode van de regering van koning Hizkia en later ook onder koning Josia inderdaad de (meeste) afgoden werden verwijderd.

Deze beide schoonmaakoperaties staan echter ver verwijderd van de radicale verwijdering van afgodische

voorwerpen waar Micha over spreekt. Bovendien faalden deze pogingen, want ze werden weer ongedaan gemaakt onder, respectievelijk, koning Manasse en de koningen Joahaz en Jojakim.

 

Eindtijdprofetie!

Met voorgaande overwegingen is duidelijk geworden dat ook dit vers niet in Micha’s tijd of daarna is te plaatsen, tenzij men de letterlijke betekenis afzwakt of aanpast aan eigen dogma’s. Vers 7 bevat eindtijd- profetie, want die schetst de totale uitroeiing van alle afgodendienst op aarde. Dat is een gebeuren dat door het radicale karakter nergens in de geschiedenis te plaatsten is. Die gebeurtenis past echter wel bij de stichting van het Messiaanse Rijk, want dan zal het land Kanaän gezuiverd worden van afgodendienst, ja zelfs de herinnering daaraan zal worden uitgewist. Daarover spreekt de profeet Zacharia in hoofdstuk 5:1-4, 5:8-11, maar ook in hoofdstuk 13:2-4 dat we geheel uit de grondtekst citeren*:

  2  Het zal geschieden – op die gestelde dag, zo spreekt Jahweh van de hemelse legers – dat Ik het land grondig zal zuiveren van de namen van alle afgoden. Er zal niet langer aan hen gedacht worden en dat geldt ook alle profeten en elk spoor van een onreine geest – Ja, Ik zal die radicaal uit het land verwijderen.

  3  Mocht het gebeuren dat toch iemand profeteert; dan zal tot hem, zijn vader en zijn moeder die hem verwekt hebben, gezegd worden: Gij zult niet blijven leven, want u sprak leugenachtig in de naam van Jahweh. Dan zullen hij, zijn vader en zijn moeder die hem verwekt hebben, doorstoken worden omdat hij profeteerde.

  4  Het zal geschieden, op die gestelde dag, dat de (valse) profeten zullen worden beschaamd; elke man die door zijn visioen tot profeteren komt. Dan zullen zij geen haren mantel meer dragen om te misleiden.

     (* Uit: Weerd, Herziene Verklaring van Zacharia, Pagina 380)

 

Afgodendienst in de Eindtijd

Het tijdstip, waarop de beschreven gebeurtenissen plaats zullen vinden, ligt ook voor de hedendaagse

mens nog in de toekomst, wellicht niet eens zo ver weg. In de Eindtijd, tijdens de Grote Verdrukking, zal

de Antichrist een wereldwijde godsdienst vestigen met de Valse Profeet als hoofd. Openbaring 13:2-3 (NBG) getuigt daarover:

En de draak 1) gaf hem 2) zijn kracht en zijn troon en grote macht 3). En Ik zag één van zijn koppen 2) als ten dode gewond en zijn dodelijke wond genas; en de gehele aarde ging het beest 2) met verbazing achterna, en zij aanbaden de draak 1), omdat hij aan het beest de macht gegeven had.

En Openbaring 13:8 (NBG):

En allen, die op aarde wonen 4) zullen het beest 2) aanbidden, ieder wiens naam niet geschreven is in het boek des levens 5) van het Lam 6), dat geslacht is 7), sedert de grondlegging der wereld 8).

En Openbaring 13:14-15 (NBG):

En het 9) zegt tot hen, die op de aarde wonen, dat zij een beeld 10) moeten maken voor het beest 2), dat de wond van het zwaard had en weer levend geworden is. En hem 9) werd gegeven om aan het beeld van het beest een geest te schenken, zodat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken 11), dat allen, die het beeld van het beest niet aanbaden 12), gedood werden.

1) Dat is Satan. 2) Het beest uit de zee – de Antichrist. 3) Dat is de macht van Satan die hij de Antichrist geeft.

4) Dat zijn de ongelovigen die Satan volgen. 5) In dat boek staan de namen van de uitverkorenen van alle tijden geschreven (Daniël 12:1b). 6) Jezus Christus, de Messias. 7) Bedoeld wordt: die gekruisigd is voor onze zonden. 8) Deze uitdrukking ziet op de totale periode die het boek des levens omspant. 9) De valse profeet. 10) Dit beeld zal worden opgericht in de tempel, Mattheüs 24:15. 11) Bedoeld wordt bewerken, uitvoeren. 12) Dat zijn degenen die gedurende De Grote Verdrukking nog tot geloof zullen komen, maar ook wetsgetrouwe Joden die op basis van het eerste en tweede gebod zullen weigeren het beest te aanbidden en daarom gruwelijk vervolgd zullen worden. (Voor een uitgebreide onderbouwing: Weerd, Openbaring 13)

 

Een dood beeld dat gaat leven en spreekt! Dat is een spectaculair gebeuren en zo zullen velen verleid worden het beeld te aanbidden. Waarschijnlijk zullen de volgelingen van de Antichrist – aanbidders van Satan dus – van dat beeld massaal een kopie in huis opnemen om hem te vereren. Daarmee is Micha 1:7a – de vernietiging van alle afgodsbeelden – een noodzakelijkheid geworden. Want het land Kanaän moet

eerste ‘schoongemaakt’ worden voordat het Messiaanse Rijk kan beginnen.

 

haar (afgoden) – 2

Op basis van voorgaande argumenten is er op z’n minst een vermoeden ontstaan, waar het woordje haar op kan zien. Dat is het beeld (= ook vrouwelijk in het Grieks!) van het beest (Openbaring 13).

 

v7b ja al haar tempelgeschenken zullen met vuur worden verbrand. – Alles wat aan de afgodendienst van de Antichrist herinnert zal worden uitgewist. Wat het geschenk van de tempel is weten we niet zeker. Het ligt echter voor de hand dat deze woorden op de huiskopieën van het afgodsbeeld duiden.

v7c Ook zal Ik dan iedere afbeelding van haar doen vernietigen.

Dit vers benadrukt nog eens het radicale karakter van het gebeuren. Zelfs afbeeldingen van het beeld van het beest zullen worden vernietigd. Een dergelijke gebeurtenis is slechts in de Eindtijd te plaatsen.

 

v7d Uit het loon van hen, die hoereren is het bijeengebracht, zo zal het tot hoerenloon wederkeren.

Het inkomen van de heidense tempels uit Micha’s tijd kwam voor een groot deel uit tempelprostitutie. Het is daarom waarschijnlijk dat er in die dagen een zegswijze bestond over de manier, waarop die tempels aan hun geld kwamen en het gebruikten. De bedoeling van de tekst zal duidelijk zijn.

 

Micha 1:8      

Vanwege dit alles zal ik weeklagen en jammeren en ik zal blootsvoets en naakt rondgaan. Ik zal huilen zoals de jakhals en kermen zoals de jonge oehoes.

De strekking van dit vers is helder. De profeet is ontzet over de rampen die hij schouwt in de Raad Gods en die zijn eigen volk zullen treffen. Micha zal uiteraard de diepste betekenis daarvan begrepen hebben. Die wetenschap brengt hem tot deze uitspraak. De gebruikte bewoordingen maken heel duidelijk, hoe zwaar de profeet zelf de oordelen van de Eindtijd inschat.

_________________________________________________________________________________________________________________________________________

 

Kanttekeningen

 

De radicale manier, waarop God de herinnering aan de oude afgoden uitwist, is een gegeven dat tot nadere bestudering van Micha 1:7 uitnodigt, want de oorzaak van deze maatregel moet toch nog wat dieper liggen, dan ogenschijnlijk uit de tekst blijkt.

 

Afgoden van deze Eeuw

Veel christenen geloven, dat wij heden vrij dicht bij het Laatste der Dagen leven. Het is dus zeker niet onlogisch om dan de hedendaagse vormen van afgodendienst als maatstaf te nemen. Nu is het natuurlijk wel zo dat je bij de moderne mens, die een gedegen opleiding heeft gehad en gewend is aan hoogstaand technisch kunnen, niet moet aankomen met ouderwetse vormen van afgoderij, zoals de verering van Baäl en Astarte, nee, daar geloven we niet meer in.

Maar,… Is dat wel zo? Want ook Satan is mee-geëvolueerd en heeft zich op uiterst sluwe wijze aangepast aan ons denken of,... dit misschien wel gedeeltelijk veroorzaakt. De afgoden van onze tijd zijn occultisme, satanisme en verregaand materialisme en vooral de eerste en tweede zijn een sluipend kwaad van snel toenemende omvang. Daarnaast vervaagd ons godsbesef en verwordt het tot een vage omschrijving van een hogere macht van onbestemde identiteit. Daarmee is het een soort ‘eenheidsworst’ geworden die velen uit elke godsdienst aanspreekt. De New Age beweging – de samensmelting van alle godsdiensten tot een wereldkerk speelt daarop in.

 

New Age

Juist op godsdienstig gebied heeft Satan zich aan de moderne tijd aangepast. Wat vele eeuwen geleden de leer van Bileam heette (Openbaring 2:14), is heden voorzien van de fraaie naam "New age". Het is dan ook een briljante zet van satan om onder de naam "New age" te proberen vele wereldgodsdiensten te verenigen, om zo de weg vrij te maken voor één spiritueel leider. En dat maakt de weg weer vrij voor de komst van de Antichrist en de Valse Profeet.

Met de New Age beweging zien we niets anders dan een herleving van de oude Babylon religie die door God vervloekt werd en die ook in onze tijd de harten van de mensen vergiftigt. In die voedingsbodem zal de oprichting van het beeld van het Beest, dat bovendien ook nog als door een wonder zal spreken, ongetwijfeld tot een wereldwijde cultus leiden, zoals de Heilige Schrift voorzegt (Openbaring 13:8). Dat zal tot de ergste vorm van afgoderij leiden die de wereld ooit gekend heeft.

 

Dit is een uittreksel. Voor een veel uitgebreider bespreking verwijzen we naar: De Profeet Micha, door G.A. van de Weerd.

 

Copyright: Gert A. van de Weerd; PMI Boeken BV.

Terug naar overzicht
2022 - Micha - Studie 5: Micha 1A