2022 - Micha - introductie

donderdag 13 juni

Tweegesprek tussen Gert van de Weerd en Henk Schouten

De Profeet Micha

 

Teksten op: www.bijbelverklaring.com en Family7

Bijbelvertaling uit: Weerd, De Profeet Micha

Aflevering 1: Introductie

DE RAAD GODS

 

God heeft in zijn eeuwig voornemen een plan met de mens en deze wereld. Dit plan wordt in de Bijbel de Raad Gods genoemd. Door de profeten wordt ons een blik in die Raad gegund, zoals uit Amos 3:7 blijkt.

Voorzeker, de Here HERE doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten.

De Raad Gods is eeuwig en verandert niet (Hebreeën 6:17). We hebben namelijk niet te maken met een wispelturig God die willekeurig van standpunt wisselt. Indien de Bijbel het geïnspireerde woord van God is, waar we van uitgaan, dan moet dit dus herkenbaar zijn in alle Bijbelboeken, want alle Schrijvende Profeten openbaart God een onderdeel van dezelfde Raad, dus zijn er overlappingen.

 

De profeet Micha profeteert over de toekomst. Hij doet dat over het algemeen in bedekte bewoordingen. Daarom wordt het niet op voorhand duidelijk, over welk tijdstip of tijdperk hij spreekt. Dat heeft tot resultaat gehad dat de dateringen, die exegeten bij de beschreven gebeurtenissen zetten, grote verschillen vertonen. Ik ben van mening, dat het boek Micha voor alles eschatologisch van aard is (dat wil zeggen het betreft de leer der laatste dingen – de Eindtijd). In grootse profetische taal schildert de profeet Micha namelijk de geboorte van het Messiaanse Rijk en de oordelen (weeën) die daarvoor plaatsvinden.

 

De profetie van Micha concentreert zich op een beperkte periode van de Eindtijd die voorafgaat aan de komst van de Messias. Dan vindt de ondergang van alle Gode vijandige wereldmachten plaats, maar ook de ondergang van dat deel van Gods volk dat zich weigert te bekeren. De profeet spreekt echter ook over een restant of overblijfsel dat God trouw zal blijven.

Micha schrijft over de komst van de Antichrist en de Valse Profeet, maar ook over de Messias, Jezus Christus, die deze satanische machten ten val zal brengen. Deze dingen vinden plaats in duidelijk herkenbare perioden, zoals De Grote Verdrukking en de stichting van het Messiaanse Rijk.

 

Binnen de eschatologie kunnen we spreken van gerichte en van algemene profetie. De Openbaring van Johannes bijvoorbeeld, bevat Eindtijdprofetie, die voornamelijk een universele strekking heeft, dus de gehele wereld aangaat. Dat aspect komt slechts weinig in Micha ter sprake, want deze profeet richt zich hoofdzakelijk op gebeurtenissen die Juda (de Joden) betreffen, maar ook het verloren tienstammenrijk Israël. Wel blijkt dat daar de heidenvolken (= niet joden) bij betrokken zijn. Dat is echter een secundair aspect van deze profetie.

 

Verschillende Visies

Ziet de profetie van Micha dan exclusief op de eindtijd? Die vraag moet eigenlijk met ja beantwoord worden, tenminste, indien we de Hebreeuwse grondtekst van dit profetenboek volledig en naar de letter serieus nemen. Voorgaande conclusie zal zeker niet gedeeld zijn door de tijdgenoten van Micha, maar ook niet door verreweg de meeste lezers in de eeuwen daarna. Zij zullen de profetie ook op hun tijd betrokken hebben en daar is niets mis mee.

Ook heden is nog de meerderheid der exegeten van mening, dat Micha voornamelijk profeteert over zijn tijd en een beperkt aantal eeuwen daarna, met als maximale uitloop de geboorte van Jezus Christus (Micha 5:1). Nemen we de profetie echter, naar z’n letterlijke betekenis, ernstig, dan is elke uitleg, die deze profetie (behalve Micha 5:1) op de oude tijd projecteert, alleen dan te rechtvaardigen, indien men deze als een voorvervulling ziet. Maar, die is dan wel ondergeschikt aan de finale vervulling in de Eindtijd. Ziet men uitsluitend ‘oude tijd profetie’ dan dient men bovendien de tekst niet al te serieus te nemen, want de vele details die de profeet geeft, blijken dan zonder zin.

Nu zullen veel lezers van het boek Micha voorgaande conclusie niet snel delen. Begrijpelijk, want men zal hoogstwaarschijnlijk bekend zijn met de vertaling van het Nederlands Bijbel Genootschap (NBG) en die blinkt helaas niet uit in doorzichtigheid en leesbaarheid op dit punt. De auteur neemt u mee op een speurtocht door de Hebreeuwse grondtekst en dan gaat er een geheel nieuwe wereld voor u open.

 

Bergtoppen

Een profeet schouwt in zijn profetie door de tijd als iemand die naar een bergketen kijkt. Wat opvalt en dus

beschreven wordt, zijn de bergtoppen. Dat wil zeggen, de belangrijke momenten in Gods heilsgeschiedenis. Zo blijven de dalen vooralsnog onzichtbaar voor de profeet of ze nu groot zijn (een lange periode) of klein (een korte). Het kan dus gebeuren dat twee gebeurtenissen – die in de Bijbel achter elkaar beschreven staan,waardoor een aansluitend gebeuren gesuggereerd wordt – in feite door vele jaren gescheiden worden. Hiervan zijn veel voorbeelden in de Bijbel te vinden.

 

De Raad Gods

De profetie van Micha heeft sterke overeenkomsten met andere profetische boeken, namelijk die van Jesaja, Ezechiël, Daniël en Zacharia en in wat mindere mate ook met Jeremia, Amos en Hosea. Dat is geen toeval, want het wezen van profetie is, dat aan verschillende profeten een blik in dezelfde Raad Gods wordt gegund.

 

De Carnale Exegese

De methode van Bijbelverklaring die in dit boek wordt gehanteerd, noemt men de carnale exegese. Daarmee wordt bedoeld, dat de letterlijke betekenis van de grondtekst leidraad is voor de verklaring. Dat heeft duidelijke consequenties voor de uitleg van het profetisch woord. De apostel Petrus doet daarover een belangrijke uitspraak; II Petrus 1:19-21

Gij doet wel, acht te geven op het profetisch woord als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de Morgenster opgaat in uw harten.

Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken.

Volgens de apostel Petrus is profetie dus een woord voor woord gedicteerde boodschap van God zelf. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de historische Bijbelboeken die van schriftgelovige zijde wel door God geïnspireerd worden geacht, maar niet gedicteerd en daarom het gezag van de profetische boeken missen (dat hebben ze overigens ook niet nodig).

Aangezien God volmaakt is, volgt daaruit de logische conclusie dat ook Zijn boodschap, dus de profetie, volmaakt is. De stelling is dat deze boodschap oorspronkelijk ook veel duidelijker is geweest, toen de taal van het Oude Testament (het Oudhebreeuws) nog gesproken werd.

De moeilijkheden in het verstaan van de profetie liggen, volgens die visie, dus niet bij de originele grondtekst, zoals de profeet die opgetekend heeft. Die was duidelijk, gedetailleerd, logisch en methodisch.

 

De oorspronkelijke versies van de diverse grondteksten zijn helaas verloren gegaan. Wat wij heden lezen zijn geschriften, die een kopie zijn van een kopie, van een kopie ... en zo vele eeuwen lang. Veel geleerden beoordelen de betrouwbaarheid van de Bijbel en vooral die van het Oude Testament, daarom als dubieus.

Gelukkig is die twijfel, dankzij nieuwe archeologisch vondsten, heden niet meer nodig, hoewel de ongelovige en/of vrijzinnige wetenschapper daar nog wel eens anders over blijkt te denken.

 

De geraadpleegde vertalingen in deze studie tonen relatief grote onderlinge verschillen. Deze hebben de volgende oorzaken:

  1. Tussen de diverse grondteksten (kopieën uit variabele bron) bestaan verschillen, die waarschijnlijk het gevolg zijn van onnauwkeurig overschrijven. Daarbij wordt tevens vermoed, dat sommige verschillen een exegetische basis hebben, dus een correctie zijn van de kopiist die daarmee de tekst naar eigen inzicht wilde verduidelijken.

Overigens blijkt aan de hand van de oudste manuscripten dat de joodse overschrijvers veel nauwkeuriger te werk gingen dan de niet -joodse kopiisten.

  1. Niet van elk Hebreeuws woord staat de betekenis vast. In voorkomende gevallen is het bepalend, wat de exegeet of vertaler er in leest. Dat leidt vaak tot kleine en soms zelfs tot grote verschillen tussen de diverse vertalingen.

 3.  Een derde oorzaak, voor de afwijkingen tussen de diverse vertalingen, is gelegen in de verschillen in aangehangen dogmatiek, waardoor vertalers beïnvloed werden. Dikwijls blijkt dat niet de grondtekst, maar de aangehangen exegese de vader van de vertaling is geweest.

      Anders gezegd: het komt geregeld voor, dat, wat men in een tekst graag wil lezen of juist beslist niet, een sterk kleurend effect heeft gehad op de vertaling.

 

Ik heb ervoor gekozen de grondtekst naar de letter te verstaan. Het zal duidelijk zijn, dat het achterhalen van de meest zuivere versie van die grondtekst daarom van groot belang is. Dat is gewoonlijk tevens de oudste en op dat punt is, dankzij de vondsten van vele, zeer oude, manuscripten, in de afgelopen decennia grote vooruitgang geboekt.

 

De Carnale Exegese

De letterlijke interpretatie van de Hebreeuwse grondtekst, zoals reeds gesteld, noemt men de carnale exegese. Volgens deze methode heeft de Bijbel altijd het laatste woord en dient de exegese daarop aangepast te worden. Vandaar dat er consequent gezocht wordt naar vergelijkbare teksten in de Bijbel om van daaruit de tekst te verklaren en/of toe te lichten, indien er twijfel over de betekenis is. We noemen dat: Schrift met Schrift vergelijken. Loopt men echter vast, dan bestaat grote weerzin tegen een verklaring tot elke prijs en wordt, zo nodig, besloten te accepteren dat niet voor elke tekst een betrouwbare verklaring is te geven.

 

De bestudering van het detail brengt de grootheid van het Geschrift pas echt tot volle glans. De verzuchting van de schriftgetrouwe Jood dat achter elke tekst zeven maal zeventig verklaringen liggen, duidt dus niet op de verschillende uitlegmogelijkheden, in de zin alsof wit zwart kan zijn. Het geeft aan dat elke verdere bestudering en uitdieping van een tekst nog meer aan het licht brengt of – beter gezegd – toevoegt aan de verklaring.

De carnale exegese is als enige exegetische methode, in staat zichzelf te bewijzen. Want juist in het detail blijken zulke frappante overeenkomsten met andere Bijbelgedeelten te bestaan, zowel in hetzelfde boek als in andere profetische boeken, dat er maar één conclusie mogelijk is. God zelf is de auteur. Of, om het nog wat duidelijker te stellen:

Er bestaat geen methode van menselijke oorsprong, die verklaren kan, hoe tientallen verschillende schrijvers in een tijdsspanne van meer dan 1000 jaar tot een zo volmaakte harmonie en gedetailleerde overeenstemming konden komen, zonder dat daar het bestaan van God, als inspirator, als nadere verklaring aan wordt toegevoegd.

Dat is een solide bewijsgrond, dat ook van ongelovige zijde niet ongedaan gemaakt kan worden en daarin is de Bijbel volstrekt uniek.

 

De diepste betekenis van de tekst en de dwarsverbanden met andere Bijbelgedeelten tonen de contouren van de Raad Gods (= plan van God met deze wereld) en die is eeuwig. Dat houdt in, dat veel heilsfeiten, ook die van het persoonlijk handelen van belangrijke Godsgezanten, in een herkenbaar patroon passen dat zich steeds herhaalt, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament.

 

Typologie

Zo zijn er duidelijke overeenkomsten tussen het leven van Jezus Christus en Jozef, maar ook tussen Jezus en Mozes. Ook dienen de gerichten, zoals beschreven in de Openbaring van Johannes, belicht te worden tegen bijvoorbeeld de tien plagen die Mozes uit Gods naam Egypte oplegde, omdat daartussen sterke parallellen zijn waar te nemen. We omschrijven dit verschijnsel met het woord typologie.

God is altijd dezelfde en zoals elke schrijver herkenbaar is aan zijn werk, is ook Gods heilsplan herkenbaar aan Zijn woorden en daden. Zo speuren we naar de vingerafdruk van de Almachtige in alle heilsfeiten, vandaar de grote aandacht voor het detail.

 

Logica

Al het goede is uit God, alles wat slecht is of tot afbraak leidt, heeft als bron de satan. Deze stelling is eenvoudig zichtbaar te maken in een opsomming van eigenschappen. Zo staat bijvoorbeeld sjalom tegenover chaos, waarheid tegenover leugen, logica tegenover wanorde, schoonheid tegenover bederf, vrede tegenover oorlog, betrouwbaarheid tegenover verraad, barmhartigheid tegenover wreedheid, enz.

Van al de genoemde eigenschappen is steeds de eerste uit God en deze leidt altijd tot iets goeds, tot verbetering. De tweede is uit Satan en leidt altijd tot iets slechts, tot afbraak.

Voorgaande eenvoudige stelling wil de auteur ook toepassen op de manier, waarop de profeten verklaard dienen te worden. Aangezien II Petrus 1:19-21 profetie tot Gods woord verklaart, is het per definitie onmogelijk, dat deze boodschap verwarrend en onlogisch kan zijn. Dan zou het niet uit God kunnen zijn. Slechts logica is aanvaardbaar en die wordt gevonden in de carnale exegese.

 

Een Principiële Keuze

De profetie van Micha wordt zeer uiteenlopend verklaard. Zo zijn er veel exegeten die hierin uitsluitend profetie voor de tijd van Micha en een beperkte periode daarna lezen. Anderen stellen vast, dat dit standpunt niet hard te maken is, omdat de door Micha gemelde gebeurtenissen niet goed aansluiten op de historische gebeurtenissen van die tijd, wat inderdaad het geval is.

Nu zou men uit voorgaande overweging de conclusie mogen verwachten dat daarmee vastgesteld is dat de profeet Micha niet voor de oude tijd profeteert. Gezien de inhoud van de tekst blijft dan als enig alternatief over dat de vervulling in de Eindtijd zal plaatsvinden.

Maar, voorgaande conclusie wordt slechts door een minderheid van de exegeten gedeeld. Voor de meerderheid geldt dat bijna elke optie als mogelijkheid het overwegen waard is, behalve de optie, die Eindtijdprofetie veronderstelt.

____________________________________________________________________________________

 

Exegetisch Standpunten

 

Voor een hanteerbaar overzicht van de standpunten bepalen we ons nu tot de vier meest voorkomende visies op het boek Micha.

 

  1. De profetie is van goddelijke oorsprong, echter de tekst is verminkt.

        Deze mening speelt bij veel schriftgetrouwe exegeten een belangrijke rol. Men stelt, dat eens sprake is geweest van een betrouwbare tekst, maar dat die door de overschrijvers bij herhaling slordig gekopieerd is, waardoor een toenemend aantal fouten zijn ontstaan (= tekstcorruptie).

Tevens wordt verondersteld dat sommige overschrijvers woorden en zinnen toegevoegd hebben, dan wel veranderd, met als oogmerk de tekst vanuit hun overtuiging te verduidelijken.

De A-exegeten zien in meerderheid de profetieën van Micha reeds vervuld. Anderen, vooral van orthodox reformatorische signatuur, lezen nog wel onvervulde profetie, maar betrekken die gewoonlijk op de kerk of de Gemeente van Christus. Zij volgen daarin (in grote trekken) de kanttekenaren van de Statenbijbel.

 

  1. Er is sprake van onbetrouwbare profetie

In deze optie wordt niet alleen tekstcorruptie verondersteld, maar ook de originele grondtekst bekritiseerd. Men twijfelt namelijk sterk of profetie wel een goddelijke oorsprong heeft, dus wordt de menselijke invloed groot geacht.

In voorgaande visie nemen zowel de profeet als de overschrijver (die door exegeten in het leven is geroepen) het niet zo nauw met de waarheid.

Zo worden Eindtijdpassages nogal eens uitgelegd als een oprisping van vrome wensen en Joods nationale gevoelens, die buiten de werkelijkheid staan.

 

Het komt in de Bijbel vaak voor, dat een profeet een voorzegging doet, die op latere datum inderdaad vervuld blijkt. Dit wordt door B-exegeten zelden voor waar aangenomen. Gewoonlijk stellen zij, dat de datering, die het profetenboek zelf opgeeft, niet juist is en verbeteren die vervolgens naar het tijdstip van, of zelfs na, de datum van de veronderstelde vervulling. Daarmee wordt het beschreven voorval tot geschiedschrijving en wordt het zo ontdaan van het Goddelijke voorzeggend element.

Men beschuldigt aldus de profeet van antidateren, dus van het vervalsen van de gegevens. Deze vorm van fraude wordt vervolgens laconiek afgedaan als: algemeen gebruikelijk in die tijd! Het zal duidelijk zijn dat dit een vorm van profetie is die vanuit schriftgelovig standpunt ronduit onaanvaardbaar is.

        Voorgaande mening doet dus zwaar afbreuk aan de veronderstelling dat profetie goddelijk gezag heeft en dus per definitie nauwkeurig zou moeten zijn. Het degradeert profetie bovendien tot feilbaar mensenwerk.

 

 C.    De profetie van Micha is een verzameling van berichten uit variabele bron, die om onbekende redenen in één geschrift gebundeld zijn. Daar heeft men vervolgens de naam van een bekende profeet (in dit geval Micha) aangehecht, om het geschrift van het gewenste gezag te voorzien.

Dit standpunt, wel of niet in combinatie met visie B, wordt heden, in kerkelijke kringen, wel het meest aangetroffen. Hoewel de twijfel aan het gezag van de profeet reeds is binnengeslopen, neemt men de profetie voor een deel nog wel serieus. Er wordt echter ook een sterk menselijk element verondersteld. In optie C projecteert men de profetie van Micha hoofdzakelijk op de toenmalige tijd, met een maximale uitloop tot en met de geboorte van Jezus Christus. Echter, in dat geval kloppen de veronderstelde geschiedkundige passages niet met de historische feiten.

Anders gezegd: Wanneer bijvoorbeeld vijf geschiedkundige gebeurtenissen, die aantoonbaar aaneengesloten hebben plaatsgevonden en die we bijvoorbeeld A-B-C-D-E noemen, in de volgorde B-E-D-A-C aangetroffen worden, dan komt de betrouwbaarheid van het profetische boek in een kritieke positie. Als verklaring voor die zogenaamde foute volgorde veronderstelt men dan, dat sprake is geweest van profetieën uit verschillende bron die wat slordig door een verzamelaar zijn gebundeld tot een compleet geschrift.

 

  1. De profetie is grotendeels zuiver en van Goddelijke oorsprong

        Vanuit dit laatste standpunt is het onvermijdelijk te constateren dat de profeet Micha spreekt over een toekomstige periode als het door vele profeten voorzegde Godsrijk, of Messiaanse Rijk, realiteit zal worden.

In die optie ligt het voor de hand om dan aan de Eindtijd te denken. Want alleen in die periode kunnen we voor Micha’s profetie een finale vervulling vinden en komen de details van de profetie volledig tot hun recht.

 

Het zal duidelijk zijn, dat voor de Schriftgelovige alleen opties A en D acceptabel zijn. Voor velen uit die doelgroep past optie D echter niet binnen de aangehangen dogmatiek, dus blijft er dan per saldo nog maar één mogelijkheid over. Dat is de veronderstelling, dat er sprake is van tekstcorruptie, dus kiest men noodgedwongen (?) voor optie A.

 

De Grondtekst wordt Zuiverder

Met stelling A is echter wel wat aan de hand. Deze was tot voor kort en tot op zekere hoogte waar. Het blijkt namelijk, dat de diverse grondteksten, zoals die zo’n 50 jaar geleden bekend waren, onderling (zoals reeds gesteld) aanzienlijke verschillen vertonen. Dus is de conclusie terecht, dat de overschrijvers in het verleden fouten hebben gemaakt, dan wel de tekst hebben aangepast aan hun inzicht.

In de afgelopen decennia is echter de kennis van oude handschriften sterk toegenomen en zijn er veel nieuwe gevonden. De oudste geschriften dateren nu van ruim voor de geboorte van Jezus Christus, een verbetering van meer dan 1000 jaar. Vooral de profetenboeken blijken daardoor in toenemende mate beter leesbaar te worden.

 

De Onderzoekstechnieken worden Beter

Behalve dat we heden over oudere handschriften beschikken, is ook sprake van sterk verbeterde onderzoeksmethoden. Vooral dankzij het inzetten van grote computersystemen is de kennis van het Oudhebreeuws sterk toegenomen. Dit heeft zoveel verbeteringen op de grondtekst opgeleverd dat een herbezinning op bestaande vertalingen van de profetenboeken broodnodig is geworden.

 

Conclusie

Met deze laatste constatering is A, als stelling, nog maar moeilijk houdbaar en blijft per saldo D over. Daaruit kan dan nog maar één conclusie volgen: de profeet Micha spreekt voornamelijk over de Eindtijd.

 

 

Terug naar overzicht
2022 - Micha - introductie